Als de wereld te weten komt dat je boeken schrijft, gebeuren er vreemde dingen. Zo kreeg ik afgelopen week een mail van een man die me vertelde dat hij net een kortverhaal klaar had. ‘Begin dit jaar kreeg ik eens de kriebels om een kort verhaal te schrijven. (…) Maar het enige waar ik me enorm zorgen over maak is mijn zinsbouw, structuur, grammatica en andere fouten.’ Ik dacht aan wat Gerrit Komrij ooit neerpende over J. Bernlef: ‘In de laatste roman van Bernlef, Sneeuw, komen, hoewel hij enkele aardige en zelfs een aangrijpende scène bevat, drie kleinigheden voor die me niet bevallen: het verhaal, de stijl en de zogenaamd onderliggende gedachtengang.’
Vandaag is iedereen schrijver. En wil iedereen vooral schrijver worden. Maar dat kan niet, want met schrijven is het zoals met blondines: je bent het, of je bent het niet. Omdat ik een sentimentele afwijking heb, raakt diegene die verkondigt dat hij schrijver wil worden me recht in het hart, maar de eerlijkheid gebiedt me de wannabe daarna meewarig aan te kijken. Jammer, maar helaas, mijn beste. Misschien in een volgend leven. Lees verder →