De winnaar van de Nobelprijs Literatuur 2011 wordt, zo lees ik op de website van het Comité, morgen bekendgemaakt. Laat mij daarom vandaag de kans grijpen om duidelijk te spreken: als de Zweedse Academie dit jaar de Amerikaanse schrijver Philip Roth opnieuw negeert, is dat een bewijs van volslagen domheid.
Ik ontdekte Philip Roth toen de onevenaarbare professor Kristiaan Versluys van de UGent ons American Pastoral liet lezen, en sindsdien heeft Roth mij nooit meer losgelaten. Van Roth leerde ik dat een groot schrijver over vier eigenschappen moet beschikken. Eén: durf. Neem Portnoy’s Complaint, de bestseller die in 1969 weldenkend Amerika shockeerde en waarin een briljant joods student aan de lopende band masturbeert met behulp van, onder meer, een stuk lever. Roth kwam in een orkaan van verontwaardiging terecht, maar trok zich daar geen zier van aan. Twee: soberheid. In de boeken van Roth staat geen woord te veel. Wie zo spaarzaam schrijft en toch alles gezegd krijgt, beheerst zijn stiel als geen ander. Drie: ritme. Ik ken geen auteur die zo’n meeslepende cadans in zijn zinnen weet te leggen als Philip Roth. Wanneer je een roman van hem in handen hebt, vergeet je dat je aan het lezen bent. Deze man schrijft niet; hij zingt. Vier: productie. Je werkt als auteur voor een publiek van lezers die uitkijken naar je verhalen – laat hen dus geen tien jaar op een volgend werk wachten. Roth is 78, en heeft eind 2010 met Nemesis zijn eenendertigste boek geschreven. De afgelopen vijf jaar had hij elke herfst een nieuwe roman klaar. Wanneer hem in een interview werd gevraagd hoe hij die hoge productie verklaart, was zijn laconieke antwoord: “I don’t sleep.”
Philip Roth heeft altijd over zichzelf geschreven, maar weet steeds het particuliere te overstijgen. Met zijn boeken heeft hij de recente geschiedenis van Amerika op papier gezet, alsook wat het betekent om mens te zijn. Dat countert meteen de kritiek waarom hij de Nobelprijs niet zou mogen winnen – omdat volgens sommigen Philip Roth het enige onderwerp van zijn boeken is. Een tweede reden waarom wordt gevreesd dat de Academie hem de prijs niet gunt, is dat Roth politiek niet correct is: vrouwen worden in zijn romans niet bepaald liefelijk neergezet. Ook die kritiek kan ik weerleggen, met een citaat van de meester zelf: “Ik schrijf fictie en men zegt me dat het autobiografie is; ik schrijf autobiografie en men zegt me dat het fictie is. Aangezien ik zo dom ben en zij zo slim, laat hen zelf beslissen wat het wel of niet is.”
Philip Roth vind ik van het hele pantheon aan schrijvers the sexiest motherfucker alive. De soberheid van zijn zinnen is aanlokkelijke naaktheid, zijn bedwelmende ritme een erotische dans, en elk nieuw boek een verleiding waaraan ik niet kan weerstaan. Philip Roth, gij kunt mij krijgen, maar word nog opwindender dan je al bent en schrijf straks die Nobelprijs op je goddelijke naam.