Gisteren vond in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal-en Letterkunde in Gent het jaarlijkse colloquium van het Cyriel Buysse Genootschap plaats. Dit is de tekst van de voordracht die ik er gaf.
Laat mij beginnen met u mee te nemen, terug in de tijd. Op een blauwe maandag kreeg ik tijdens mijn studie Germaanse taal-en letterkunde aan de UGent les over Cyriel Buysse van professor Anne-Marie Musschoot. Het enthousiasme waarmee ze over de schrijver sprak, deed de lucht in auditiorum C trillen, en zelf begreep ik het niet goed: hoe kon iemand zo wild zijn van een auteur die ik toen nog associeerde met proza over een plattelands Vlaanderen dat allang niet meer bestaat, en waarbij ik me beelden voor de geest haalde van kromgebogen, vloekende en verbitterde boeren, een dampende pot aardappelen, en sombere vergezichten onder een dreigende wolkenhemel? Lees verder