Waarom zit alcohol nog altijd in een joepiesfeertje?

Deze column verscheen gisteren op DeMorgen.be 

Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: alcohol.

Als ik de woorden ‘Tournée Minérale’ hoor, denk ik vaak aan hem. Aan de jongeman uit mijn stad die ik het voorbije jaar vaak zo dronken over straat zag waggelen dat ik bang was dat hij ter plekke zou neervallen. Soms – zoals alcohol dat met mensen als geen ander kan – werd hij overmoedig en reed hij op zijn fiets naar huis. Eén keer knalde hij me bijna omver. Ik riep, maar hij leek afgesloten van de wereld – zoals alcohol dat met mensen ook als geen ander kan.

Twee weken geleden moest ik in het ziekenhuis zijn. Ik dronk een koffie in de cafeteria en zag hem een paar tafels verder. Hij at friet met vol-au-vent en dronk een cola. De cola maakte me blij. Zou hij, dacht ik, bezig zijn aan een ontwenningskuur en daarom op zondagavond in het ziekenhuis zitten met een tas naast zich? Zou hij minder bezeten zijn door de drankduivel en in het weekend al naar huis mogen?

Het volgende weekend bleek mijn hoop ijdel. Op zaterdagavond liep hij stomdronken door mijn straat. Regelmatig viel hij. Voorbijgangers lachten. Het kostte hem telkens grote moeite om weer op te staan. Ik had het gevoel dat ik naar beneden moest rennen en hem helpen maar was bang, want misschien werd hij agressief. De dag nadien zag ik hem opnieuw, maar nu was hij bloednuchter en had hij dezelfde tas bij als toen hij zijn cola zat te drinken. Zou hij op weg zijn naar het ziekenhuis en er dus toch een beter leven op hem wachten?

Verhalen als deze hoor je te weinig wanneer het over Tournée Minérale gaat. Ik juich het initiatief toe, omdat het mensen bewust maakt van hoe gewend ze aan alcohol zijn geworden, maar voor de meesten onder hen kost het een kleine moeite om een maand af te blijven van de grootste harddrug die er bestaat. Ik zeg wel degelijk: de grootste harddrug. Vrij verkrijgbaar, niet duur, maar voor sommigen iets wat hun leven en dat van hun naasten verwoest. Niet iedereen kan namelijk zomaar een maand stoppen, laat staan een dag. Niet iedereen kan na één pint zeggen dat het genoeg is geweest en overschakelen op cola. David Davidse, zelf ooit alcoholverslaafd, zei het deze week nog in Van Gils & Gasten: als hij één likeurpraline zou eten, weet hij dat ’s avonds al zin heeft in een pint. De professor naast hem zei precies wat ik er ook over denk: alchol wordt nog steeds te vaak met plezier geassocieerd. Ik blijf het verbazingwekkend vinden dat een harddrug zich anno 2018, in een tijd waarover we zo graag praten over gezond leven, zijn imago van onschuld blijft behouden, nog altijd in het joepiesfeertje zit en op televisie nog steeds zoveel positieve aandacht krijgt. Je kunt je tv niet aanzetten of je ziet reclames van blije mensen met gin-tonics. Een soap als Thuis kent er ook wat van: wanneer het op het werk even moeilijk wordt, gaat de fles whiskey open, en ’s avonds worden er slurfkes en wijntjes geslurpt dat het een lieve lust is. Reclame voor sigaretten is al een tijd verboden. Wie rookt, brengt vooral schade aan zichzelf toe, maar om de gevaren van passief meeroken in te perken, zijn de voorbije jaren grote inspanningen gedaan; zo mag er niet meer worden gerookt op café, en mogen mensen straks misschien ook niet meer roken met kinderen in de auto. Tegen roken in het bijzijn van kinderen loopt sowieso al een campagne. Wie drinkt, brengt ook vooral schade aan zijn eigen gezondheid toe, maar kan ook levens van anderen vernietigen – letterlijk; zie de vele voorbeelden van ongevallen waarbij de bestuurder dronken was. Ik vind de gevaren van alcohol daarom groter, maar toch wordt voor alcohol nog altijd reclame gemaakt.

Maggie De Block is deze week gestart met haar campagne tegen het (overmatige) gebruik van slaap-en kalmeermiddelen. Ik wil best geloven dat er alternatieven zijn, maar zal voor velen de oplossing om in te slapen of rustig te worden niet net alcohol zijn, en is een pilletje dan niet onschuldiger? Dit is een duidelijke oproep aan u, mevrouw De Block: als u echt bezorgd bent om onze gezondheid, maak dan ook werk van een campagne over de gevaren van alcohol, en start met reclame ervoor te verbieden. Of willen we echt vooral het idee behouden dat alcohol alleen maar fun is? Hoe fun is het nog als je jaarlijks de cijfers van comazuipende jongeren ziet stijgen?

Overmorgen ga ik opnieuw koffie drinken in het ziekenhuis. Niet omdat die daar lekker is, maar omdat ik er de jongeman cola hoop te zien drinken, en durf te geloven dat hij aan de tournée minérale van zijn leven is begonnen.