Middagjournaal #2: Transitieprioriteiten!

Deze week mag ik voor de tweede keer (na vorig jaar in september) het Middagjournaal van het Radio 1-programma Nieuwe Feiten brengen.

Mijn tweede bijdrage van deze week kunt u hier herbeluisteren – of hieronder lezen.

Transitieprioriteiten!

Dit Middagjournaal, zo werd mij verteld, hoeft niet per se over de grote actualiteit te gaan. Het mag ook over je eigen actualiteit gaan – over wat je dezer dagen persoonlijk bezighoudt.

Welaan dan: wat mij dezer dagen persoonlijk bezighoudt, is dat binnen twee weken, meer bepaald op 9 oktober, het boek verschijnt dat ik samen met Jan Hautekiet heb geschreven. Als u nu denkt: oh, sluikreclame! – dan beken ik schuld. Maar als in Thuis Lowieke nooit Tönissteiner of Eddy van Nancy nooit Kasteelbier drinkt zonder dat de etiketten op de flesjes richting camera zijn gedraaid, dan vergeeft dit huis van vertrouwen mij vast dat ik reclame maak voor een boek waaraan het zelf heeft meegewerkt.

Maar ik heb wel degelijk een actuele reden om ons boek net nu te vermelden: het nieuwe toekomstplan voor Vlaanderen dat Geert Bourgeois gisteren heeft voorgesteld. Een mens zou de uitgeverij willen toeschreeuwen de drukpersen te stoppen, want er staat zoveel vage, onheldere en dikdoenerige taal in dat toekomstplan, dat ik die maar wat graag aan ons Heerlijk Helder-boek had toegevoegd.

En aiaiai, het begon nochtans allemaal zo schoon: toen we tijdens de Heerlijk Helder-campagne de taal van het Vlaamse regeerakkoord fileerden, belde Bourgeois live om een mea culpa te slaan. De Vlaamse regering zou meer aandacht besteden aan helder taalgebruik. Maar slechte gewoontes zijn moeilijk af te leren. Zo komt in het persbericht dat over Visie 2050 werd gestuurd zes keer het woord ‘disruptie’ voor, en tien keer ‘transitie’, alsook het prachtig vage woord ‘transitieprioriteiten’. De laatste zin van de perstekst is deze nietszeggende woordenbrij: ‘Op overheidsniveau werken we hiervoor aan een aangepast governancemodel. De transitiemethodiek, met zijn innovatieve methodes en doorgedreven participatieve aanpak, vormt hierbij onze leidraad.’ Ook in de visietekst zelf wordt het woord ‘transitie’ zo vaak gebruikt dat het een totaal hol begrip wordt, wat ook geldt voor het woord ‘draagvlak’. Wanneer het halverwege de nota over een ‘holistisch kennis-en leersysteem’ gaat, wordt het tijd om af te haken. Als je een toekomstvisie publiceert die voor de hele bevolking is bedoeld, moet je ook zorgen dat iedereen begrijpt wat je bedoelt.

Dat geldt trouwens niet alleen voor de politiek, maar ook voor justitie. Gisteren zag ik in het tv-programma De Rechtbank nog maar eens hoe belangrijk het is dat rechters zich uitdrukken in een zo helder mogelijke taal. ‘Contesteert u de feiten’, vroeg de rechter aan de beklaagde? De man vroeg wat ‘contesteerde’ betekent, want dat woord had hij nog nooit gehoord.

De kloof dichten tussen politiek of justitie en de burger: hoe vaak hebben we daar al niet over horen praten? Zich helder uitdrukken is daarin een eerste grote stap. Of zoals Frits Bolkestein ooit schreef in Onze Taal: helder spreken en schrijven is de dure plicht van onze politici.