U en ik zijn het erover eens: vrije meningsuiting is een hoog goed. In het besef daarvan werd ik nog gesterkt toen ik drie jaar geleden werd gearresteerd door de politie van Qom, het Vaticaanstad van Iran, omdat ik jongeren had geïnterviewd die campagne voerden voor de hervormingsgezinde presidentskandidaat Mehdi Karroubi – een man die inmiddels, vanwege zijn kritiek op het moordende regime van de ayatollahs, al meer dan een jaar onder huisarrest staat. Een van mijn beste vrienden in Iran heeft net zijn derde roman klaar die hij alweer niet kan publiceren, en zei me vorige week dat het voelt alsof hij een verstikkingsdood sterft waaraan evenwel nooit een einde komt. Zoals een vis niet weet dat hij in een aquarium zwemt, zo beseffen wij in het Westen vaak te weinig in wat voor zee van vrijheid we leven.
Niettemin kan grenzeloze vrije meningsuiting soms ook tot een gevoel van verstikking leiden. Daaraan dacht ik afgelopen week toen ik de reacties las op een stuk van mij dat in deze krant verscheen en waarin ik opriep tot het seculariseren van onze katholieke feestdagen. Als je de verbale vuilspuiterij leest die sommigen over je uitstorten omdat je vrijelijk je mening verkondigt over een gevoelig thema als religie, kan je niet anders dan vaststellen dat achter veel computers mensen zitten die overlopen van frustratie en daarvoor de beste uitlaatklep hebben gevonden in de anonimiteit van het internet, waar ze onder schuilnamen dingen schreeuwen die ze iemand nooit recht in het gezicht zouden durven te slingeren. Zo was er een reaguurder die me op mijn eigen site ‘een linkse troela’ noemde, en vroeg een ander zich in kromme zinnen af of ik ‘een van die madamen was die het met zo’n mohammedaan doet en misschien liever dat klote Suckerfeest (sic) wil vieren’. Hoogtepunt van de reacties was een vrouw die op Facebook mijn artikel deelde en daarbij schreef dat ‘Ann De Craemer een slaaf is van haar clitoris’. Het verband met mijn tekst ontgaat me volledig, en ik wil er lijf en leden op verwedden dat de dame in kwestie mij dit vermakelijke nieuwtje over mezelf na afloop van een lezing nooit persoonlijk zou durven meedelen. Toen vorig jaar mijn debuutroman Vurige tong verscheen, kreeg ik een anonieme scheldmail waarin mij in zinnen zonder interpunctie en bulkend van de spellingsfouten werd meegedeeld dat ik ‘nie deftig kan schrijven’, ‘psychologisch gestoort’ ben en ‘ge beter hulp zou zoeken voor uw communicatiestoornissen’.
Ik heb er geen probleem mee dat mensen het met me oneens zijn, maar stoor me wel aan het platvloerse taalgebruik en de anonimiteit waarmee sommigen in ‘debat’ willen gaan. Wie een paar uur op internetfora vertoeft, zou zijn geloof in het menselijke verstand wel eens tijdelijk kunnen kwijtspelen. Maar telkens als ik het van dergelijk proza op de heupen krijg, denk ik aan mijn romanschrijvende vriend uit Iran, en besef ik dat zelfs de slechtst geschreven scheldreacties te verkiezen zijn boven je een vis op het droge te moeten voelen.
Deze column verscheen in De Morgen van 4 juni
Atheïsme is de snelst groeiende overtuiging. Het Boeddhisme wordt een atheïstisch geloof genoemd. Er is in wezen niet zo een groot verschil tussen een gelovige en een ongelovige. Zelf diep gelovig en een fan van u, kon ik na het lezen van je boek, Vurige Tong, alleen maar denken: Niet geloven is beter dan geloven wat ik meen te begrijpen uit u boek, dat geloven zou zijn. Wat ik u wil vragen: “Wees toch voorzichtig.” Uw strijd is voor mij in de eerste plaats een strijd tegen extremisme en fanatisme. Want soms klink u voor mij als een fanatieke ayatollah. Dat komt denk ik dat u al te gemakkelijk aanneemt dat u wordt begrepen zoals u het wellicht bedoelde. Ik hoop dat u in uw hart zorgvuldig blijft overwegen wat rechtvaardig is. Het is niet omdat u vrijzinnig zijt dat u a priori vrijgesteld bent van fanatisme en van al het boze dat u aan geestelijken toeschrijft. Ik durf u aan te raden elk artikel te herlezen alsof een priester het had geschreven. Ik maak me sterk dat je op die manier hier en daar je tekst zult aanpassen.
Ik was verbolgen bij het lezen van de kwetsende reacties, het verbale geweld. Haatmail, walgelijk, misdadig en in extremis leidt het tot zelfdoding. Dat laatste wil ik nooit meer van nabij meemaken.
Nu ja, waar ze op uit waren, je het zwijgen opleggen, daar zijn ze volledig in mislukt. Gelukkig waren er ook heel wat gefundeerde en positieve mails. Ik sluit me aan bij de vorige reacties, blijven schrijven dus. We gaan nog veel moois van je lezen.
Laat vooral niet over je heen walsen, zou ik zo zeggen. Ik ben maar een blogger en soms kom ik ook wel reacties tegen die niet door de beugel kunnen. Ik verwijder deze keurig en blokkeer hun ip-adres want ik ben baas in eigen huis.
Internetflora is misschien een betere term voor mensen die met hun ongenuanceerde gedachtegoed de virtuele ruimte wensen te besmeuren? ;-) Ann, in tegenstelling tot de uitlaat van je reaguurders gaat jouw vertelling “Vurige tong” er bij mij als zoetekoek in. Een streling voor het oog, een lust voor het hart. Ik sluit me dus aan bij Koen D’haene. Blijf jij maar schrijven, wij zullen je blijven lezen. Met graagte.
Zowel ‘het stuk’ als deze column met graagte gelezen. Met een tegelijk goedkeurende en bezorgde blik. De bekrompen geest en het platvloerse taalgebruik: ook ik erger me er steeds meer aan. Blijven schrijven dus, Ann en verre vriend in Iran.