Deze tekst verscheen in De Standaard van 30 maart en is een ingekorte versie van een tekst die verscheen in de Ronde van Vlaanderen-special van het Nederlandse wielertijdschrift De Muur.
Retrobeurzen, naaicursussen en de revival van de moestuin: we leven in nostalgische tijden, en ook in de koers is nostalgie naar de wielrennerij van weleer alomtegenwoordig. Wielertoeristen tooien zich in truitjes van Molteni, Faema of Alcyon; het Centrum Ronde van Vlaanderen organiseert dit jaar voor de zevende keer een RetroRonde van Vlaanderen, waarbij ‘de toertocht wordt gereden op historische fietsen en de renners zijn gehuld in vintage koerskledij’, en glossy boeken over wielerhelden als Fausto Coppi en Eddy Merckx vliegen de deur uit. Die nostalgische revival in de wielrennerij staat niet geïsoleerd: nostalgie lijkt een grondsentiment van onze tijd geworden. Vrouwen gaan weer aan het breien; Instagram doet oude fotoalbums herleven; jongeren pluggen ouderwetse telefoonhoorns in hun iPhones; televisieprogramma’s geven het uitstervende beroep van boer een podium; de filterkoffie beleeft een wedergeboorte — en zo zijn er talloze voorbeelden van nostalgie naar the simple life als tegengif voor het hectische leven waarin alles in een rotvaart verandert en de nieuwe iPhone al passé is op het moment dat de Apple-store wordt bestormd. Met zijn helden die vaak uitgroeien tot mythologische figuren is de wielrennerij altijd al vatbaar geweest voor nostalgie, maar de nostalgische reflex van de moderne (Vlaamse) wielerliefhebber manifesteerde zich vorig jaar wel heel sterk toen het nieuwe parcours van de Ronde van Vlaanderen werd aangekondigd. Wouter Vandenhaute, topman van mediagroep De Vijver en eigenaar van Flanders Classics, het bedrijfje waarmee hij sinds 2009 ook de Ronde van Vlaanderen organiseert, besliste de renners vanaf 2012 niet langer over de Muur van Geraardsbergen te laten rijden. In Vlaanderen brak de Derde Wereldoorlog uit. De Muur, zo klonk het uit de mond van menig wielerliefhebber, is een monument waaraan men niet raakt. In plaats van de beklimming van de Muur werden er nu drie lussen gereden over Oude Kwaremont en Paterberg, alwaar chique VIP-tenten werden neergepoot – rondjes rond het geld in plaats van de kermiskoersrondjes rond de kerktoren.
Opvallend was dat wielercommentatoren met naam en faam zich in hun schrijfsels tegen de afkeuring van de ‘gewone man’ keerden. VRT-journalist Karl Vannieuwkerke begreep de commotie, maar noemde de reacties niettemin een teken van ‘impulsiviteit’. Boven Roosendaal was er van enig begrip nog amper sprake. Het domineesvingertje hoog in de lucht geheven spelde Mart Smeets de Vlaming de les: ‘De Muur wordt nu met rust gelaten, een zonderling komt er nog wenend over de kasseien trekken en denkt aan de grote tijden van weleer. Dat heet: leven in het verleden. Op zich is daar niets mis mee, maar kom op, Vlaanderen, er zijn andere dingen om je kwaad of triest bij te voelen.’ Frank Heinen wijdde in NRC Handelsblad een stuk aan de Muur en noemde de hang naar nostalgie in de sport ‘pathetisch’, en Bert Wagendorp had het in de Volkskrant over ‘een fraai staaltje van nepnostalgie’. Alleen Thijs Zonneveld merkte op dat Vandenhaute de Ronde ‘een paar siliconentieten’ gaf om ‘als escort te verhoeren aan Hele Belangrijke Mensen’.
Het grote publiek was het met hem eens, getuige daarvan ook de minder gemediatiseerde verontwaardiging toen, eveneens vorig jaar, Rodania besliste om tijdens de Ronde van Vlaanderen uit te pakken met een ‘modernere’ versie van de Rodania-tune – in Vlaamse koersen al meer dan vijftig jaar het signaal dat de renners op komst zijn. De klassieke noten van Beethoven schallen sindsdien in synthesizerversie uit de boxen. Als protest kwam er in Vlaanderen een Facebookgroep, en de oprichter vroeg zich af wie precies om die nieuwe tune had gevraagd. De tijd hoeft in de wielrennerij uiteraard niet stil te staan, maar verandering om de verandering zullen koers en sport niet spannender maken. Of vinden we het straks ook nodig de kramen met droogvis en bier te vervangen door cupcakes en smoothies, en de Elfstedentocht voor het gemak in Noorwegen te laten plaatsvinden? De commotie rond de veranderingen in de ‘nieuwe’ Ronde had veel te maken met het verdwijnen van een stuk herkenbaarheid, en dat is natuurlijk wat nostalgie precies is: een feest van (h)erkenning van het verleden. De Ronde van Vlaanderen is voor de Vlaming persoonlijke nostalgie, omdat ze als volksfeest elk jaar in quasi ongewijzigde vorm terugkeert en mensen er dus een blokkentoren van herinneringen over gestapeld hebben. Zo keek ik in 1990 aan de hand van mijn vader naar de passage van de Ronde in mijn geboortestad en waaide voor het eerst de scherpe geur van massageolie mijn kant op; in 1995 gilde mijn moeder luid toen Johan Museeuw op de Muur de Italiaanse weerstand brak, en in 2005 maakte ik een vreugdedans toen Tom Boonen zijn eerste Ronde won. Naast een pak persoonlijke herinneringen is de Ronde van Vlaanderen ook collectieve nostalgie naar Vlaanderen zoals het was toen Karel van Wijnendaele in 1913 het startschot gaf van de allereerste Ronde met de legendarische woorden ‘Heeren, vertrekt’: het Vlaanderen van ongeasfalteerde boerenwegels, treurige knotwilgen, laaghangende wolken boven natte weiden vol koeien, de boer die op klompen over zijn erf loopt, en buren die elkaar kennen. Dat Vlaanderen bestaat allang niet meer: lintbebouwing en fermettes bepalen nu het landschap, en mensen verschuilen zich vaker achter virtuele realiteiten dan dat ze nog een gesprek aangaan met een ‘vreemde’. De Ronde draait die klok eventjes terug: dan ziet men in het idyllische landschap van de Vlaamse Ardennen hoe het ooit is geweest, en komt Vlaanderen nog een keer met zijn buren op straat. Uiteraard gaat met die nostalgie naar het voorbije verleden mythevorming gepaard: het boerenleven in ‘arm Vlaanderen’ was verre van idyllisch, en van het heimwee naar de tijd dat de Ronde van Vlaanderen nog werd gereden op enkel ‘spek en eieren’ kan men ook gemakkelijk brandhout maken. Maar wat zou koers zijn zonder mythes?
Tijdens de Ronde krijgt de Vlaming naast Vlaamse eigenheid in hoge, geconcentreerde dosis een shot nostalgie toegediend — een sentiment waar hij anders niet altijd vrijelijk kan in zwelgen, want nostalgie stelt men in tijden van voortdenderende modernisering (te) snel gelijk aan conservatisme. Zeker in combinatie met ‘Vlaams’ worden er vaak ook termen als onverdraagzaamheid, volksnationalisme en Blut-und-Boden-denken aan gekoppeld, maar daar heeft Ronde van Vlaanderen-nostalgie niets mee te maken. Het is als sentiment wél een erkenning van de schoonheid van een wedstrijd die al honderd jaar menig wielerhart een ware roes bezorgt.