Een negentienjarige vrouw uit Alpharetta in de Amerikaanse staat Georgia beweert dat de lokale Apple-winkel haar weigerde producten van het populaire merk te verkopen. Volgens de vrouw wilde de winkelbediende haar niets verkopen toen hij had gehoord dat ze Perzisch sprak met haar oom. Dat meldt The Huffington Post.
‘Toen hij vroeg welke taal we spraken en antwoordden met ‘Perzisch, we komen uit Iran’, weigerde de man ons producten te verkopen’, aldus de vrouw. ‘Ik kan jullie dit simpelweg niet verkopen’, zei de winkelbediende. ‘Onze landen hebben slechte relaties met elkaar’, zou de man als reden hebben gegeven. De man citeerde daarop het officiële Apple-beleid, die het hem zou verbieden om Apple-producten te verkopen aan landen onder VS-embargo.
‘Toen hij vroeg welke taal we spraken en antwoordden met ‘Perzisch, we komen uit Iran’, weigerde de man ons producten te verkopen’, aldus de vrouw. ‘Ik kan jullie dit simpelweg niet verkopen’, zei de winkelbediende. ‘Onze landen hebben slechte relaties met elkaar’, zou de man als reden hebben gegeven. De man citeerde daarop het officiële Apple-beleid, die het hem zou verbieden om Apple-producten te verkopen aan landen onder VS-embargo.
Op de website van Apple staat in het beleid inderdaad dat de VS-winkels geen spullen verkopen aan onder meer Syrië, Noord-Korea, Sudan, Cuba en Iran.
Volgens The Huffington Post betreft het verhaal van de Iraanse geen uniek geval. Op verschillende Amerikaanse weblogs maken Iraniërs melding van de weigering van Apple-verkopers, zodra het winkelpersoneel achter hun nationaliteit komt.
In Iran zelf is geen Apple-winkel gevestigd.
bron: de Volkskrant
Ann De Craemer 