Ahmad Shamloo, meester-dichter

Vandaag schreef ik voor TehranReview, de Perzisch-Engelstalige site waarvan ik ‘English editor’ ben een column over het belang van poëzie in de Iraanse cultuur. Ik kwam bij dat onderwerp terecht toen ik een nieuwe vertaling las van het werk van de Iraanse dichter Ahmad Shamloo (1925-2000), door Sharog Heshmat Manesh. Shamloo was zonder twijfel de grootste moderne Perzische dichter. Bij zijn begrafenis in 2000 waren duizenden mensen aanwezig – ondenkbaar als in het Westen een dichter zou sterven, maar Iran heeft een eeuwenoude dichterlijke cultuur, en poëzie is er, zoals ik in de column voor TehranReview schrijf, ook politiek getint.

Onder het filmpje dat volgt een gedicht van Shamlo in Nederlandse vertaling – een van zijn bekendste, en zeer politiek getint, over liefde in tijden van dictatuur. In het filmpje kan je de dichter zelf zijn gedicht horen voordragen in het Perzisch – het reciteren van poëzie is in Iran bijna een métier, en Shamloo doet het meesterlijk.

Op deze doodlopende weg

Aan je mond ruiken ze

of je misschien had gezegd ik hou van je

aan je hart ruiken ze

een vreemde tijd is het, lief

en de liefde

zwepen ze

naast de slagboom.

Verberg de liefde in de achterkamer

Op deze kronkelende, doodlopende weg in de kou

wakkeren ze

het vuur aan

met liederen en gedichten.

Waag het niet na te denken

een vreemde tijd is het, lief

degene die ’s nachts aanklopt

komt om de lamp te doden.

Verberg het licht in de achterkamer

Daar staan de slagers

op de kruispunten

met bloederige bijl en blok

een vreemde tijd is het, lief

de glimlach snijden ze van de lippen

en het lied van de mond.

Verberg het verlangen in de achterkamer

De gegrilde kanarie

op het vuur van lelie en jasmijn

een vreemde tijd is het, lief

de duivel in zijn overwinningsroes

viert onze rouw aan tafel.

Verberg God in de achterkamer

(vertaling: Nafiss Nia en Ronald Bos, uit Stegen van stilte. Een keuze uit 100 jaar moderne Perzische poëzie)