Over blond zijn in Qom, het Vaticaanstad van Iran

Dezer dagen hoor je in de media vaak de naam van de Iraanse stad Qom vallen: het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) meldde vorige week dat Iran begonnen is met de omstreden productie van tot 20 procent verrijkt uranium in het nucleaire complex van Fordo nabij de heilige stad Qom. Dat is gebouwd in een berg en is daarom bestand tegen luchtaanvallen. De site zou efficiënter zijn dan de bestaande site in Natanz, waar nu zo’n 8.000 centrifuges operationeel zijn.

Van een radioprogramma kreeg ik de vraag of ik in Qom was geweest, en er iets over kon vertellen. Omdat wel meer mensen benieuwd zijn naar hoe het leven in Irans meest heilige stad eruitziet, publiceer ik hieronder het hoofdstuk Qom uit mijn boek Duizend-en-één dromen. Een reis langs de Trans-Iraanse Spoorlijn, met de foto’s van Pieter-Jan De Pue. Lees verder

Saved by Islam – how an Iranian holy man rescued us from jail


Our hero, Hojatoleslam Hosseini   © Pieter-Jan De Pue

The room is full of garish plastic flowers that make it impossible to concentrate on what the man seated in front of me is saying. Not helping matters is the overwhelming heat, which has me fidgeting uncomfortably in my chair. The black chador draped over my head—in keeping with Islamic dress code—falls, and a sweaty clump of hair slips to my shoulder. Mr. Hosseini, one of the highest-ranking Islamic leaders in Qom, Iran’s religious capital, doesn’t notice. He is rhapsodizing.

“There is a reason why I want to meet personally journalists who visit the Hazrat-e Masumeh shrine,” Hosseini informs me through my translator and guide. “There are many misunderstandings about Islam. I want you to remember this: Islam is peace. Unfortunately, politics always separates people. But we are not hostile to anyone.” Clearly, he means it, but I’m being forced to listen so it isn’t very convincing.

I’ve only just arrived in the sleepy city of Qom with my photographer, Pieter-Jan, after a one-week stay in press-packed Tehran. In the taxi from the train station to the city center, our driver was puzzled: “Beh name khoda, in the name of God, what are you doing here?” Before I could explain that we’re here gathering research for an upcoming book on youth movements, he caught my eye in the rearview mirror, smiled, and shook his head. “There are rarely any foreigners in this city—not even journalists. You will be the talk of the town.” He dropped us at the Hazrat-e Masumeh, the holiest shrine in Qom, and we quickly understood what he meant. “Salam khareji! Hello, foreigner!” a young man waved at me from the other side of the street. “Be behesht khosh amadid! Welcome to paradise!”


Hazrat-e Masumeh: The holiest shrine in Qom, one of Iran’s most holy cities  © Pieter-Jan De Pue

We had barely entered the shrine when the head supervisor insisted we come with him to the office of the local hojatoleslam. This title is given to clerics of advanced standing in Islamic studies—in essence, influential interpreters of the Koran and setters of the moral standard. They wield immense power in every echelon of Iranian culture, and it was made obvious that if we refused to meet with him, we would not be interviewing or photographing anyone anytime soon. “Don’t worry. Mr. Hosseini just wants a friendly talk with you,” the supervisor said to us. I’d had a similar chat with civil authorities in Tehran—it is a strange thing to get accustomed to. Lees verder

Iraanse geestelijke: ‘Khamenei riep "Ya Ali" bij geboorte’

Het gebeurt wel vaker dat een voorganger van het vrijdaggebed in Iran uiterst bedenkelijke opmerkingen maakt. Zo zei de Iraanse geestelijke Kazem Sedighi in april vorig jaar tijdens het vrijdaggebed in Teheran dat ‘losbandige vrouwen’ aardbevingen kunnen veroorzaken – wat tot media-aandacht en verontwaardiging over de hele wereld leidde.

April moet een vruchtbare maand zijn voor wanzinnige uitspraken van waanzinnige ayatollahs, want vandaag was het opnieuw prijs. Mohammad Saeedi, de voorganger van het vrijdaggebed van Qom (‘Vaticaanstad’ van Iran) zei tijdens zijn preek dat ayatollah Khamenei, de opperste leider van de Islamitische Republiek, allesbehalve een gewone baby was. De meeste baby’s huilen wanneer ze geboren worden, maar zo niet Khamenei, aldus Saeedi: die riep gewoon de naam van de eerste imam van de sjiitische islam bij zijn geboorte. De aanwezige vroedvrouw heeft volgens Saeedi aan de halfzus van Khamenei verteld dat hij bij zijn geboorte de woorden ‘Ya Ali’ sprak, wat zoveel betekent als ‘Heil aan Ali’ – Ali was de eerste imam van de sjiieten, een van de twee grote ideologische stromingen binnen de islam waarvan de andere het soennisme is.

Wie Farsi begrijpt, kan hier Saeedi’s verhaal horen.

Een poging van een geestelijke om Khamenei de status van een heilige te verlenen en zijn gedeukte imago wat op te poetsen. Sinds de protesten tegen de frauduleuze presidentsverkiezingen van juni 2009 is Khamenei voor veel Iraniërs vijand nummer 1 geworden. Wat daarvoor ondenkbaar was, gebeurt nu wel: bij de protesten tegen het regime is ‘Dood aan Khamenei’ een van de meest gehoorde leuzes die vanop de daken van Irans steden worden geschreeuwd.

bron: Radio Free Europe

Het leven, de mens, de herinneringen, en Iran, nog steeds Iran


Belgisch zomerweer, al de hele dag. Ik stond op met de zon, daarna kwam er een plensbui, dan weer zon, en nu giet het water.

Het weer buiten past niet bij het weer in mijn hoofd. Ik verklaar mij nader: dezer dagen zit ik met mijn gedachten weer helemaal in Iran. Het is een jaar geleden dat ik er op reportage was, en blijkbaar zit de menselijke geest zo in mekaar dat wanneer iets een jaar geleden is, we er vaker aan terugdenken – daarop is immers het principe van verjaardagen gebaseerd.

Dag op dag een jaar geleden was ik voor het eerst in Arak, de stad die in het Westen vooral bekend is omwille van de kerncentrale die er gebouwd is. Van Arak herinner ik me onder andere dat het de meest ‘normale’ stad was die we tot dan toe bezochten: eerst kwam Teheran, en pas toen wist ik wat het woord ‘drukte’ betekende; daarna kwam Qom, en pas toen wist ik wat het woord ‘streng-islamitisch’ betekent.
Maar Arak, nee, Arak was anders. Arak hield het midden tussen Teheran en Qom, en ik voelde me er meteen op mijn gemak. Heerlijk vond ik het hoe de stad volledig omringd was door de bergen; er als een soort ‘kuil’ middenin lag. Ik zag bergen waar ik ook keek; bruingele bergen.
Toen ik op mijn eerste avond in Arak een heel lange wandeling door de stad maakte en de zon langzaam zag verdwijnen achter de bergen, had ik in mijn hoofd plots het beeld van een menselijke hand die het hoofdje van een baby omsluit, voorzichtig, zacht, beschermend. Zo voelden de bergen van Arak aan. Als een eeuwig, oeroud, menselijk gebaar, dat de steeds veranderlijke realiteit omhelst.
Toen het ’s avonds donker werd en ik alle hoekjes van de bazaar had verkend, kwamen er plots twee jongemannen naar me toe. Supporters van Mir-Hossein Mousavi. Nooit zal ik de baby vergeten die een van hen in zijn armen droeg. Eerst dat hoofdje van de baby in mijn gedachten, daarna deze echte baby, die de jongens beschermden en voor wie ze een betere en groenere toekomst wilden.
Alles is na 12 juni 2009 anders uitgedraaid dan we verwacht hadden. Maar de bergen van Arak zijn er nog, en op groen moeten wij, die van Iran houden, alleen nog maar een beetje wachten. Met geduld komen we er wel.
PS Vanaf nu zal ik op deze blog elke dag terugblikken op mijn reis.

Mijn foto’s van mijn reis door Iran: QOM

Vanaf vandaag los ik een belofte in die ik al eerder maakte maar wegens tijdsgebrek uit het oog was verloren: ik laat u meegenieten van de foto’s die ik tijdens mijn reis door Iran maakte. Vandaag: QOM, Vaticaanstad van Iran, het kloppende religieuze hart van het land, de plek waar ayatollahs worden opgeleid en fatwa’s worden uitgesproken. Binnen een paar maanden leest u er alles over
in mijn boek.





Familie van vooraanstaande Iraanse geestelijken opgepakt

In Iran zijn kleinkinderen van de vooraanstaande hervormingsgezinde grootayatollah Hossein Ali Montazeri opgepakt, en ook kinderen van ayatollah Hossein Mousavi Tabrizi. Dit heeft een zoon van Montazeri, Ahmad, volgens meldingen woensdag in de Iraanse media gezegd.
Montazeri, ooit gezien als opvolger van ayatollah Khomeini, riep maandag de geestelijkheid op hun stilzwijgen over de ontwikkelingen sinds de presidentsverkiezingen van 12 juni te verbreken.
Ahmad Montazeri zei dat zijn drie zonen, allen twintigers, maandag zijn gearresteerd. De mannen die hen oppakten hadden documenten van een speciale rechtbank van de geestelijkheid bij zich. Hij zei ook dat de kinderen van Tabrizi, de leider van een hervormingsgezinde groepering in Qom, zijn opgepakt, alsook een medewerker van zijn vader, ayatollah Nazem.
bron: de Volkskrant

Absolute vrijheid in Qom

Gepost op zondag 7 juni 2009 om 08:15 op http://standaard.typepad.com/iran

De weg van Teheran naar Qom is lang, stoffig en monotoon. Een kwartier nadat onze trein stipt op tijd de hoofdstad heeft verlaten, wordt bruin de overheersende kleur van het landschap. De rijkdom van het noorden van Teheran is hier ver weg: overal zie ik vervallen huizen, leegstaande fabrieken en kapotte auto’s. Af en toe rijdt in de verte een eenzame vrachtwagen voorbij of duwt een man een steekkar vol lompen voort.

Het is warm in de trein, maar met de ramen wijd open is de hitte draaglijk. We kopen thee, water en juju kabab (chicken kebab). In Iran heeft elke trein zijn eigen restaurant, al is die naam wat overdreven. Het eten heeft weinig smaak, maar de weg is nog lang en we kunnen beter met een volle maag toekomen in Qom.

Na Masshad is Qom de meest religieuze stad van de Islamitische Republiek. Het was hier dat ayatollah Khomeini in 1963 zijn ziedende speech gaf tegen de shah: zo zei hij onder meer dat wanneer de shah op de ingeslagen weg verderging, het volk dankbaar zou zijn wanneer hij het land op een dag zou verlaten. Khomeini werd in 1964 verbannen uit de stad, maar de conservatieve geestelijken bleven zich vanuit Qom tegen het bewind van de shah verzetten en het was hier dat uiteindelijk de Islamitische Revolutie haar oorsprong had.

Drie uur na ons vertrek uit Teheran rijdt de trein langzaam en met piepende remmen het station van Qom binnen. “Qom, Qom, Qom!” hoor ik iemand roepen. Wanneer we uitstappen, blijkt meteen dat we in een totaal andere wereld dan Teheran zijn terechtgekomen: ik word door bijna iedereen aangestaard. “Je bent westers,” zegt de gids, “lang en blond, en dat hebben de mensen nog niet vaak gezien.” Ik lach en zeg Ahmad dat ik helemaal niet blond ben, maar hij antwoordt dat ik naar Iraanse normen héél erg blond ben. Zowat alle vrouwen dragen hier de zwarte chador, en vooral oudere dames werpen me af en toe een verwijtende blik toe. Ik heb nog nooit zulke verhullende kledij als nu gedragen, maar toch voel ik me soms bijna naakt.

In Qom zie je niet de grote shops van Teheran, maar wel kleine winkeltjes waar vers brood wordt gebakken of sohan wordt gemaakt, de bekende zoetigheid uit Qom. De straten van deze stad lopen vol geestelijken in wapperende gewaden, druk bellend met hun supermoderne mobiele telefoons en daarna wegscheurend op hun motorfietsen.

We bezoeken het indrukwekkende Hazrat-e Masumeh, de plek waar Fatemeh, de zus van imam Reza in de negende eeuw begraven werd. Hassan (28) is leraar Engels in Qom en leidt ons rond. Wanneer ik hem vraag of hij voor Mousavi of Ahmadinjead zal stemmen, wil hij eerst niet antwoorden. Dan klinkt het tenslotte aarzelend: “Mousavi.” Meteen bespeurt hij de verrassing in mijn ogen: “Ik weet dat je dit niet zou verwachten op deze plek. Al mijn collega’s hier stemmen op Ahmadinejad. Maar het is genoeg geweest. Die man is echt veel te conservatief. Hij is zelfs gevaarlijk. Obama heeft gezegd dat hij wil praten, en dat is belangrijk, maar zolang Ahmadinejad aan het roer blijft, zal er van contact met Amerika geen sprake zijn. Nochtans hebben we dat nodig. Dit land heeft verandering nodig.”

Even later bevinden we ons in de drukke hoofdstraat van Qom, en hier is Ahmadinejad werkelijk overal aanwezig. Vrouwen in zwarte chador houden met de ene hand hun gewaad vast en in de andere hand een poster van hun president. Kapperszaken, bakkerijen, boekenwinkeltjes: het is al Ahmadinejad wat de klok slaat.

Plots zien we hoe een grote menigte zich verdringt bij een lange muur vol affiches. We gaan dichterbij en zien dat hier de supporters van Mousavi hun tenten hebben opgeslagen. Op een hoge tafel staat een televisie waarop een video wordt afgespeeld die het beleid van Ahmadinejad evalueert. Zodra we worden opgemerkt, verdringen tientallen mensen zich rond mij en smeken ze bijna om geïnterviewd te worden. Ze zijn overwegend jong, tussen de twintig en veertig, maar vanop op een afstand kijkt een oude man van een jaar of tachtig glimlachend toe. Hij vangt mijn blik op, wijst naar een poster van Mousavi en steekt zijn duim in de lucht.

Pezhman (20) stemt voor Mousavi omdat zijn sociale en economische plannen ‘stukken vooruitstrevender’ zijn dan die van Ahmadinejad. Wanneer ik hem vraag voor wie hij de vorige keer heeft gestemd, antwoordt hij dat hij zich dat niet meer herinnert. “We willen weer de banden aanhalen met de Verenigde Staten. We willen vrijheid en democratie. Khamenei is mijn leider en is goed, maar Ahmadinejad is niet goed.”

Mohammed Hussein (25) duwt Pezhman weg en zegt dat Ahmadinejad de enige keuze voor Iran is, omdat hij de morele waarden van dit land verdedigt. Bovendien: “Mousavi is een zwak man, want hij kan niet zonder de steun van Khatami.” Mohammed lijkt steekt een stevig betoog te willen afsteken, maar wordt plots naar buiten geduwd door een aantal aanhangers van Mousavi. “De fans van Ahmadinejad hebben genoeg kansen om hun boodschap te verkondigen. Dit is ons hoofdkwartier, en hier moeten ze wegblijven.”

We wandelen verder en stuiten op een ander campagneteam: dat van Mehdi Karroubi. Sadeq Chehrqani is twintig en zegt dat vele kandidaten voor de verkiezingen maar een paar maanden daarvoor de politieke arena betreden, maar dat geldt niet voor Karroubi: hij heeft ervaring in de Iraanse politiek. “Karroubi zal vrouwen en etnische en religieuze minderheden beter behandelen. Hij heeft de jonge mensen ook verandering beloofd.” Achter Sadeq (links) hangt een poster van Karroubi waarop in grote Perzische letters ‘BIG CHANGE’ staat.

’s Avonds laat zijn de straten van Qom nog steeds in de ban van de verkiezingscampagne: op televisie wordt het tweede live debat tussen de presidentskandidaten uitgezonden, deze keer tussen Ahmadinejad en Karroubi. Aan elke winkel die een televisie heeft, verdringen de mensen zich om een glimp van het debat op te vangen. Op een pleintje aan de rand van de stad hebben fans van Ahmadinejad een tafel met een wit deken bedekt en daarop een televisie neergezet. Ik vraag Mansoureh, een jong meisje dat de chador draagt, waarom ze voor Ahmadinejad stemt. “Hij is dapper. Hij is van het volk. Hij is rechtvaardig. Hij is de allerbeste.” Ik vraag haar of ze het rechtvaardig vindt dat onder deze president bijvoorbeeld de kledingvoorschriften voor vrouwen zoveel strenger zijn geworden? “Hij is rechtvaardig. Jullie begrijpen niet dat vrijheid in je hoofd zit. De hijab is absolute vrijheid.”