Taalcolumn / ‘Bebi stei ye push yo oh’

Het was vorige week een vraag in De Slimste Mens ter Wereld: het liedje (hou u vast) ‘Prisencolinensinainciusol’ van de Italiaanse zanger Adriano Celentano.

De vraag was wat er dan wel zo bijzonder is aan dat nummer uit 1972. Dit is het antwoord: het klinkt als Engels maar de tekst bestaat eigenlijk uit betekenisloze fantasiewoorden. Celentano deed dit opzettelijk omdat hij zo beïnvloed was door Amerikaanse muziek dat hij het makkelijker vond om iets te schrijven in het Engels dan in het Italiaans. Zo kwam hij op het idee om een Engels klinkend lied te maken zonder dat er inhoudelijk gecommuniceerd werd. Andere bronnen op het Internet zeggen dat hij het liedje uit frustratie schreef omdat Italianen zo dol waren op Amerikaanse muziek terwijl ze er geen woord van verstonden. 

De taal waarin Celentano het lied schreef, wordt in het Engels ‘gibberish’ genoemd, ofte ‘wartaal’ of ‘brabbeltaal’. De tekst vind ik echt geweldig:

Prisencolinensinainciusol

In de col men seivuan
Prisencolinensinainciusol ol rait

Uis de seim cius nau op de seim
Ol uait men in de colobos dai
Trrr – ciak is e maind beghin de col
Bebi stei ye push yo oh

Uis de seim cius nau op de seim
Ol uoit men in de colobos dai
Not s de seim laikiu de promisdin
Iu nau in trabol lovgiai ciu gen

In do camo not cius no bai for lov so
Op op giast cam lau ue cam lov ai
Oping tu stei laik cius go mo men
Iu bicos tue men cold dobrei goris
Oh sandei

Ai ai smai sesler
Eni els so co uil piso ai
In de col men seivuan
Prisencolinensinainciusol ol rait

Ai ai smai senflecs
Eni go for doing peso ai
Prisencolinensinainciusol ol rait

Uel ai isnt no ai giv de sint
Laik de cius nobodi oh gud taim lev feis go
Uis de seim et seim cius go no ben
Let de cius end kai for not de gai giast stei

Ai ai smai senflecs
Eni go for doing peso ai
In de col mein seivuan
Prisencolinensinainciusol ol rait

Lu nei si not sicidor
Ah es la bebi la dai big iour

Ai aismai senflecs
Eni go for doing peso ai
In de col mein seivuan
Prisencolinensinainciusol ol rait

Lu nei si not sicodor
Ah es la bebi la dai big iour.

Een TikTok-gebruiker genaamd Diego Rivas (157.000 volgers!), die zichzelf ‘CEO of Gibberish’ noemt, werd populair door zijn video’s die fonetisch accurate imitaties zijn van hoe verschillende talen klinken voor mensen die de taal niet vloeiend spreken. In een interview noemde Rivas zijn onderzoek naar afasie de belangrijkste inspiratiebron voor het maken van deze video’s. Afasie is het onvermogen om de betekenis van geschreven en gesproken woorden te verwerken.

Afasiepatiënten horen echte woorden maar kunnen er geen betekenis aan geven, en Rivas wilde dit communicatieprobleem overbrengen door middel van wartaal, net als Celentano. Rivas bestudeerde en oefende zijn indrukken door te luisteren naar interviews met vloeiende sprekers en door videohandleidingen te raadplegen om de bekende geluiden en spraakpatronen van elke taal te begrijpen. Zo leerde hij hoe hij taalspecifieke zinsstructuren, accenten en andere karakteristieke eigenschappen kon nabootsen.

Tot slot een heerlijk voorbeeld van gibberish Nederlands om dit stukje mee af te sluiten: een Noorse televisiepresentator doet alsof hij Nederlands spreekt maar het is gibberish. Hilariteit alom wanneer ze er een vertaler Noors-Nederlands bijhalen die er niets van begrijpt.

Taalcolumn / Van ‘the drup in the emmer’ tot ‘that’s another cook’: weg met het steenkolenengels!

Na het plasincident ging N-VA-politicus Theo Francken afgelopen weekend alweer viraal op sociale media, met alweer, welja, een dommigheid. In een interview met een Israëlische zender hekelde hij het bezoek van premier Alexander De Croo aan Israël en Palestina. “Onze premier beschuldigt Israël van oorlogsmisdaden, maar onderneemt in eigen land geen actie om antisemitisme aan te pakken”, luidde het. Dat was volgens Francken, die het interview in het Engels gaf, ‘the drup in the emmer who is totally full’.

Ik had al moeite met de slechte Engelse uitspraak van Francken, maar dat hij ‘de druppel die de emmer doet overlopen’ letterlijk in het Engels vertaalde, was voor mij echt wel de drup in the emmer. Er is in de taalkunde een naam voor dit soort Engels: steenkolenengels. Steenkolenengels is een benaming voor zeer slecht Engels zoals dat wordt gesproken door Nederlandstaligen die het Engels onvoldoende beheersen. De term gaat terug op de hybride taal die rond 1900 door Nederlandse havenarbeiders werd gebruikt om te communiceren met de bemanning van steenkolenboten uit Groot-Brittannië. Het woord wordt gebruikt voor taalfouten in het Engels die zijn terug te voeren op verwarring met het Nederlands.

Omdat het Engels in onze maatschappij alomtegenwoordig is en we er al op jonge leeftijd mee geconfronteerd worden, denken velen dat ze het Engels goed beheersen en dat het bovendien een gemakkelijke taal is – vandaar dus het gemak waarmee Francken een Nederlandse uitdrukking letterlijk in het Engels vertaalt.

Hij is niet alleen. Zoals we Jean-Marie Pfaff hebben voor het hilarische Duits, zo is er de Nederlandse voetbaltrainer Louis van Gaal voor het steenkolenengels. Een aantal voorbeelden:

  • It’s a question of time
  • We are running after the facts
  • That’s another cook
  • One swallow does not make a summer

Sommigen op Twitter stelden dat het gemakkelijk is om te lachen met taalfouten van iemand. In dezen ben ik het daar niet mee eens: wie zoals Francken met de regelmaat van de klok klaagt over de kwaliteit van het onderwijs en zelf zo’n stomme fout maakt, mag al eens het voorwerp van spot worden. Bespottelijk was trouwens ook zijn inhoudelijke reactie, want mijns inziens heeft De Croo niets verkeerds gezegd.

Wie zijn hart wil ophalen aan nog meer steenkolenengels kan ik het boek I always get my sin (2009) aanraden. Auteur Maarten H. Rijkens over zijn boek: ‘It is clear that it can so not longer.’ En o ja, mijnheer Francken, de correcte uitdrukking is ‘the straw that breaks the camel’s back.’ Would you knoop it in your ears, please, so that you no longer lose the north when speaking English?

Als ik de liefde niet heb

Amour. Liefde. Zondag ging ik naar De Haan en zag ik dit beeld. Een meisje, of is het een vrouw, schrijft ‘amour’ in de lucht. Tegen de oneindigheid van een blauwe hemel.

Eeuwige liefde. Ik dacht dat ik die had, dat het altijd zou blijven duren, mijn hoofd op zijn borst, mijn hand in de zijne. Ik had het mis. Na twaalf jaar verloor ik alles wat ik had. Mijn zekerheid, mijn hoop, mijn leven.

Ik vond mezelf opnieuw uit. Ik leerde alleen te zijn. Stap voor stap. Na verloop van tijd leer je dat een leven alleen niet betekent dat er geen liefde voor is. Liefde is niet voorbehouden aan zij die een relatie hebben. Er is de liefde voor mijn ouders, die me alles geleerd hebben en alles voor me betekenen. Er is de liefde voor mijn beste vriendin, die heeft wat ik niet heb, maar wat zo’n voorrecht is om mee te beleven: gezinsgeluk. Er is de liefde voor mijn neefje en nichtje, die ik nog steeds ‘de kindjes’ noem, hoewel ze vijftien en zeventien zijn.

En er is de liefde voor mijn pen. Dat ik sinds gisteren weer aan het schrijven ben, betekent alles voor me. Het betekent dat het goed met me gaat, dat ik weer in het leven geloof, dat ik weer plannen maak.

Maar ik had het over de liefde. Elke maandag post ik op Twitter een gedicht. Meestal gaat het over de liefde. De mooiste woorden over de liefde vind ik in het Hooglied uit de Bijbel. Die woorden zijn mijn #kleingelukske voor vandaag. Fluister ze in het oor van iemand die u graag ziet, en projecteer ze in gedachten tegen een felblauwe hemel.

Het hooglied van de liefde: 1 Kor. 13

Al spreek ik de taal van mensen en engelen:
Als ik de liefde niet heb, ben ik niets meer dan een galmende gong of een rinkelende bel.
Al kan ik voorspellen als een profeet en ken ik al Gods geheimen
En weet ik alles wat er te weten valt, en heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet:
Als ik de liefde niet heb ben ik niets.

I’m back, bitches

Het is stil geweest. Hier. In mijn hart. In mijn hoofd.

Ik kom uit een zware periode. ‘Periode’: dat klinkt alvast er op zoiets een tijdslimiet staat. Zo werkt het niet. De periode waarover ik het heb, die van mijn depressie, heeft geen afgebakend einde. Nee, ik ben niet meer depressief. Ja, ik heb nog lastige dagen. Maar hebben we dat niet allemaal?

Wie mijn laatste roman Hersenorkaan heeft gelezen, weet dat ik al een keer depressief was. Nooit had ik dit gedacht: dat ik zou hervallen. Dat ik weer in het oog van een hersenorkaan zou terechtkomen. Deze keer veel zwaarder dan de eerste keer. Nooit gedacht, want had ik in datzelfde Hersenorkaan niet gezegd hoe ik uit de put klom, en had ik dus geen uitstekend recept om het tweede zwarte beest te lijf te gaan? Nee, dus. Ik maakte foto’s; ik ging naar zee; ik nam antidepressiva. De drie geheimen van mijn herstel toen. Nu was dat niet genoeg. Er kwam meer tijd dan die eerste keer bij kijken. Die wijsheid gold ook nu: geef jezelf de tijd om te herstellen.

Hersteld ben ik. Hoe weet ik dat? Wel, ik heb opnieuw oog voor schoonheid. Ik heb vooral oog voor #kleinegelukskes. Het is precies datgene wat ik u op deze plek ga brengen: #kleinegelukskes. Iets wat me ontroert. Iets wat me doet glimlachen. Iets wat ik wil delen met jullie, mijn lezers, die ik zo lang op hun honger heb laten zitten.

Vandaag is dat #kleingelukske iets wat ik zag in het stadspark van Tielt, dat mijn achtertuin is en waar ze kennelijk meededen aan #MaaiMeiNiet, vandaar de zee aan boterbloemen en madeliefjes. De madeliefjes deden me denken aan wat we er in jeugd mee deden: er een ketting mee maken. Simple comme bonjour. Een gaatje in het steeltje van een madeliefje maken en er een ander bloempje doorheen steken. Flashback naar toen: een hele dag liep ik met mijn zelfgemaakte ketting rond.

Wat zou die kleine Ann tegen de grote Ann zeggen? Hmmm. Dat het leven een bloem is? Welaan, dan. Het leven is, ge moogt gerust zijn, een madeliefje. We hangen de ene bloem aan de andere, de ene dag aan de andere, en we hopen er iets moois van te maken.

I’m back, bitches. Hersteld. Ik herhaal: omdat ik weer oog heb voor schoonheid. Maar ook: ik schrijf weer. Daarvoor heb je energie nodig, en die heb ik meer dan ooit. Daarvoor heb je ook lezers nodig, en voor hen maak ik een buiging.

Ik ben terug. U hebt lang op mij moeten wachten. Ik weet het. Om u te belonen, zult me hier de komende tijd elke dag kunnen vinden. Ik neem u mee op reis naar mijn #kleinegelukskes.

Ready, set, go.

Velcro’s

Hoewel de etmalen nog steeds even lang duren, zijn dit de kortste dagen van het jaar. Vochtige dagen, die in een hoofdkussen van duisternis lijken te liggen. Het natte asfalt katapulteert waterdruppels van mijn fietsbanden langs mijn fietslamp de nacht in: het zijn oplichtende gensters die gloeien in het donker, alsof ik de nacht las met een fosforvlam in gang gehouden door mijn pedaalslagen. Ik haast me naar huis, naar mijn kat. Naar naasten die in dezelfde duisternis hun kamers warm voor me houden. Het geringe daglicht van december laat maar weinig indrukken toe. Vandaag slechts één: een man van eind de vijftig die in de trein geduldig wacht om uit te stappen, gekleed in een confectiejas met aan zijn voeten blauwe klittenbandschoenen – velcro’s.

Ik kan me nauwelijks bedwingen om de vier flappen aan zijn voeten veelvuldig open en dicht te kritsen. Te kritsjen? Het gevoel van klittenband laat zich heel moeilijk in woorden vatten: kritsen, kratsen? Gripsen, Grapsen?  Kritsjen toch maar. Zoals velen kon ik me als kind eindeloos over mijn velcroveters verbazen. Het geloof dat die dingen daadwerkelijk aan elkaar kleefden steeds weer opheffend voor het genot van dat geluid, van de sensatie. In de schaduw van een struik een uur lang je voeten dichtgespen, zo liep de zomer toen. Ondertussen is het vijf uur. Het klittenband verzegelt mijn gedachten terwijl het donker wordt. Asvallend en nachtlassend race ik door de regen naar huis om daar bij mezelf in alle rust te partycrashen. De zetel zegt dag, de tv bromt hoi, het bed ligt wachtend op zijn rug. De rest van het jaar wil ik enkel nog meubelen strelen of mijn kat aanstaren. En hier en daar een mens heel minzaam aaien.

Zoekt u een freelance eindredacteur of vertaler Nederlands-Engels/Engels-Nederlands? Tot uw dienst!

Omdat het voor iedereen financieel zware tijden zijn, en ook omdat ik het zo graag doe, ben ik op zoek naar extra eindredactiewerk. Dat mogen losse opdrachten zijn maar ook een dag of twee ‘vast’ freelance werk in de week, met mogelijkheid tot thuiswerk. Voor meer info, cv en ervaring kunt u surfen naar de website van mijn tekstbureau http://www.tikgoud.be. Zin om samen te werken? Mail dan naar anndecraemer@gmail.com.

Mijn troeven: groot perfectionisme, taalkundige mierenneukerij, strikt respecteren van de deadline, team-player, bereid tot onderhandelen over de prijs en een grote passie voor de 26 letters van ons alfabet.

En o ja, ook voor vertalingen naar het Engels (ik ben zo goed als native speaker, gaande van ‘droge’ tot creatieve teksten, kunt u bij mij terecht. Ik heb onlangs de hele website van DPG Media naar het Engels vertaald, tot grote tevredenheid van de klant. Vertalingen van het Engels naar het Nederlands behoren uiteraard ook tot de mogelijkheden.

Wie weet en hopelijk tot hoors!

Niets dan lof voor ‘Het ei van Mastroianni’

Zo immens blij met een zeer lovende recensie door Carlos Alleene op Cutting Edge, van ‘Het ei van Mastroianni’.

“‘Het ei van Mastroianni’ is een stilistisch en inhoudelijk geslaagde verzameling columns. Een inkijk in haar fascinerend universum. Een wereld waarin De Craemer ogenschijnlijk banale gebeurtenissen, ontmoetingen met anderen, kijk- en leeservaringen, weet om te toveren tot stukjes die je tot zelfreflectie aanzetten. Bepaald geen geringe prestatie.”

De volledige recensie kunt u hier lezen. https://www.cuttingedge.be/…/ann-de-craemer-spiegelt…/

En het boek kunt u kopen in de boekhandel. 😉

Boekenkortingen!

Gisteren kondigde ik een tijdelijke korting aan voor mijn roman Hersenorkaan (zie vorig bericht). Vandaag gaan we verder met de kortingen!

Mijn debuut Duizend-en-een-dromen. Een reis langs de Trans-Iraanse Spoorlijn, niet meer te verkrijgen, literair non-fictieverhaal over onvergetelijke reis door Iran, 8 euro, incl verzendkosten. Het boek werd genomineerd voor de VPRO Bob den Uyl Prijs voor beste literair-journalistieke reisboek.

Heerlijk Helder, must voor iedereen in het onderwijs en voor iedereen die heldere taal belangrijk vindt: ook 8 euro. Het boek won de Wablieft-prijs voor heldere taal. Mail naar anndecraemer@gmail.com en we regelen het!

En tot slot: de roman die me het nauwst aan het hart ligt: Kwikzilver, het levensverhaal van mijn grootmoeder en tegelijk een ode aan haar.

Deze drie kortingen zijn niet tijdelijk en blijven dus altijd geldig.

‘Hersenorkaan’ tijdelijk aan korting!

‘Hersenorkaan’ nog niet gelezen? Vanaf morgen 5 mei tot 10 mei kunt u het aan korting inkopen. Normaal kost het 25 euro inc. verzendkosten, maar vijf dagen lang kunt u het aan 18 euro inkopen, ook incl. verzendkosten. Stuur uw mail naar anndecraemer@gmail en we regelen het!

Nieuwe columnboek sinds donderdag in de winkel!

Sinds vorige donderdag ligt mijn nieuwe boek Het ei van Mastroianni in de winkel. Het is een bundeling van de beste tachtig columns die ik tijdens mijn laatste twee jaar als columniste voor De Morgen schreef.

Zeven bekende mensen die fan waren van mijn columns, lezen telkens een stukje voor. Ik zal de komende twee weken regelmatig zo’n filmpje posten, om u nog meer zin te doen krijgen het boek te doen kopen. Het kost 20 euro en ligt in elke boekhandel.

Voor het eerste filmpje bijt filosoof Jean-Paul Van Bendegem de spits af.

Wie een gesigneerd exemplaar wil, stuurt mij gewoon een mailtje naar anndecraemer@gmail.com. Boek + verzendkosten is 25 euro. Als u mij uw adres stuurt geef ik u mijn rekeningnummer en komt het boek zo snel mogelijk uw kant op! U kan het boek voor uzelf laten signeren, of ook voor iemand die u er blij wilt mee maken.