Onzalig de schijnheiligen van geest

Deze #WoordVanDeWeek-column verscheen eergisteren op DeMorgen.be

Elke vrijdag kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: communiestress.

 Titelstress. Dat was volgens voetbalanalisten de oorzaak van het verlies vorige zondag van de Rotterdamse voetbalclub Feyenoord tegen stadsrivaal Excelsior. Wie grote druk voelt om te winnen — in dit geval de Nederlandse landstitel ­— kan zoveel stress ervaren dat niets nog lukt. In het VRT-journaal achtte men het nodig om een sportpsycholoog zijn licht over de, euhm, aandoening te laten schijnen, terwijl ik o zo graag de immer nuchtere Jan Mulder het woord ‘titelstress’ had willen horen uitspuwen.

Een paar uur na de titelstress trok een ander stresswoord mijn aandacht. Op Facebook schreef een moeder dat ze last had van ‘communiestress’. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: het stond er wérkelijk. Haar mededeling, die op verbazingwekkend veel duimen en hartjes kon rekenen, werd afgesloten met drie smileys. Zo’n ondraaglijke last kan die stress dus niet geweest zijn, maar ziehier het fenomeen Stress 2.0: ermee kunnen uitpakken geeft sommigen het gevoel dat ze léven. Ik stress, dus ik ben.

De dame in kwestie had stress omdat ze nog ‘vanalles’ moest organiseren voor het feest van dochterlief, en omdat ze niet kon beslissen wat ze op de heuglijke dag zou aantrekken. Ik vroeg me af of moraalfilosoof Patrick Loobuyck hetzelfde Facebookbericht had gelezen toen hij maandag dit tweette: ‘Ik probeer te begrijpen waarom “onverschillige” ouders hun kids communie laten doen. Maar mocht ik nog gelovig zijn, ik zou me doodergeren.’

Loobucyk gaf uiting (ik hoop wel vurig dat die ‘kids’ ironisch bedoeld was) aan een ergernis die ik in mei en juni jaarlijks ervaar en die met het woord ‘communiestress’ een voorlopig hoogtepunt heeft bereikt. Ik weet niet of de stressende Facebook-moeder gelovig is, al ben ik haast zeker van niet. Zozeer draafde ze door over cadeaus en bubbels en de bestelde partytent en ‘to-do-lijstjes’, dat ik me niet kan voorstellen dat ze ‘God’, ‘Jezus’, ‘religie’, ‘boodschap’ of ‘evangelie’ al in één zin met de communie van haar dochter heeft vernoemd. Ik ben zelf niet gelovig maar ben het wel ooit geweest, en net als Loobuyck begrijp ik niet waarom je kinderen hun communie laat doen als je voor een godsdienstig gebeuren alleen de deur openzet wanneer je er een partytent achter ziet verrijzen.

Zelf houd ik me ver van alles wat religieus is, maar ik heb tien keer meer respect voor gelovigen die vanuit een overtuiging hun kinderen hun communie laten doen, dan voor ongelovigen die een communie vooral aangrijpen om een fancy feest te geven waarvan achteraf uiteraard een karrenvracht foto’s moet worden gedeeld op de sociale media, en waarbij minstens tien keer moet worden vermeld dat het ‘zalig genieten!’ of ‘zalig chillen!’ was. Communie heeft de eerste vier letters gemeen met ‘commercie’, en dat is voor velen helaas de kern van het gebeuren. Google ‘communie’ en je komt al snel terecht op de pagina van Smartphoto.be, waar je ‘de ultieme checklist voor je communiefeest’ vindt. De lijst bestaat uit maar liefst drieëndertig af te vinken opdrachten: een mens zou van minder gaan stressen, nietwaar! Wie het helemaal over de commerciële boeg wil gooien, kan uiteraard ook terecht bij Plopsaland, dat voor communies de keuze biedt tussen ‘Menu Prinsessia’ en ‘Menu Maya’. Beide formules zijn mogelijk ‘vanaf 12 betalende personen’ en ‘bovendien ontvangen de gevierde en de andere aanwezige kinderen een JBC-kortingsbon om te gebruiken in een winkel van JBC.’

En God, die zag dat het goed was.

 Schrijnend vond ik een passage uit een interview in Trouw dat Patrick Loobuyck in navolging van de discussie over zijn tweet postte. Een priester vertelt daarin over een bruidspaar dat een kerkelijk huwelijk wenste. Tijdens de ceremonie legden ze de gelofte af kerkelijk actief te zijn en vanuit hun christelijk geloof te leven, terwijl ze het uitschrijvingsformulier van de kerk al hadden aangevraagd. Twee weken later kreeg de priester de melding van hun uitschrijving. Hoe hypocriet kun je zijn? Ik vraag me af of er ook ouders zijn die zich uit de kerk hebben uitgeschreven maar hun kinderen toch hun communie laten doen. Ik vrees van wel.

Als je het wilt vieren dat je kleuter een grotere jongen of meid is geworden of straks naar de middelbare school mag, doe dat voor mijn part gerust, maar als je hoegenaamd niets met godsdienst hebt, verzin er dan een eigen naam en rituelen voor. Als je wél voor een eerste of plechtige communie kiest, zorg er dan op zijn minst voor dat je je kind in eer en geweten kunt zeggen dat godsdienst een rol speelt in hoe je naar mens en leven kijkt. Als je dat niet kunt, dan heb je misschien een geweldige dag gehad in de partytent met de kids, maar vooral zal je hen later hopelijk kunnen uitleggen wat het woord ‘schijnheiligheid’ betekent.

 

2 gedachtes over “Onzalig de schijnheiligen van geest

  1. Tja, vroeger was communie nog een kinderfeest dat thuis werd gevierd en je met al je neefjes en nichtjes naar hartelust kon spelen en ravotten. Eten was minstens zo lekker met frikadellen en warme kriekjes en als toetje een zelfgebakken biscuit en als het warm was zelfgedraaide ijscreem met blokken ijs uit de ijskelder van de brouwer. Toen konden kinderen nog kinderen zijn.

Reacties zijn gesloten.