Middagjournaal #4

Deze week breng ik in Nieuwe Feiten op Radio 1 elke dag het Middagjournaal. Mijn bijdrage van vandaag kunt u hier herbeluisteren – of hieronder lezen.

Afgelopen week las ik over de trends in de inschrijvingen van de eerstejaars aan onze hogescholen en universiteiten. Opvallend is dat sociale wetenschappen, letteren en de lerarenopleiding het slecht doen, terwijl vastgoed, rechten en industrieel ingenieur wel veel jongeren kunnen verleiden. De nieuwe studenten kiezen, samenvattend, vooral pragmatisch en werkgericht.

Laat dat nu net haaks staan op wat ik vrijdag vertelde aan de Universiteit Antwerpen, waar ik de afstudeerrede mocht geven voor studenten van de opleidingen taal en letteren en vertalen en tolken. Geloof in de schoonheid van je eigen dromen, luidde de titel van mijn toespraak. Ik zei de afgestudeerden onder meer dat ze hun eigen weg moeten volgen, en niet degene die anderen voor hen uitstippelen.

De trend in de inschrijvingen leert echter dat veel jongeren hun studiekeuze net afstemmen op de arbeidsmarkt, en dus in de eerste plaats op wat anderen van hen verwachten. Wat ze over die arbeidsmarkt steeds weer te horen krijgen, is dat ze werkzekerheid hebben als ze voor exacte richtingen kiezen. Dat is ook het verhaal dat de politiek brengt: omdat Vlaanderen kampt met een tekort aan afgestudeerden in exact-wetenschappelijke en technische richtingen, investeert de Vlaamse Regering met het STEM-actieplan 2012-2020 in, ik citeer, ‘het verder ontwikkelen van passie voor wetenschap, technologie en wiskunde’.

Een deel van de toekomstige studenten zal natuurlijk bewust voor deze richtingen kiezen, maar een deel beslist ook niet. Dat vind ik doodjammer, want wie bij zijn studiekeuze alleen aan de arbeidsmarkt denkt en dus met het hoofd en niet met het hart kiest, schrijft zichzelf alvast het recept voor een burn-out voor.

Bovendien vraag ik me dit af: zal de arbeidsmarkt binnen een jaar of tien nog wel genoeg werk hebben voor al die studenten uit bètarichtingen? Je kan van achttienjarigen niet verwachten dat ze nu al op lange termijn gaan denken, maar van een regering kan je dat wél. Hoe prachtig zou het zijn niet zijn als onze politici ook een actieplan verbeelding en creativiteit zou ontwikkelen? Ik denk daarbij aan de woorden van Ben Hammersley, hoofdredacteur van Wired UK, die het volgende zei: ‘Als ik mezelf loopbaanadvies zou moeten geven voor over vijftig jaar, dan zou ik kijken naar alle dingen die een computer kan doen. Dus alles wat gebaseerd is op feiten en logisch redeneren. En dat zou ik mijden als de pest. En dan zou ik kijken naar alles wat een computer nooit kan. En dat zou ik gaan doen. Dingen zoals kunst, poëzie, creativiteit. Die zijn per definitie menselijk.’

Ik ben bang waar een samenleving waar de verbeelding en creativiteit geleidelijk uit weg becijferd worden. In zijn prachtige roman Humboldt’s Gift schreef Saul Bellow dat Amerika in slaap is gevallen omdat het alleen aandacht heeft voor wetenschappelijke en technologische kennis, en steeds minder voor verbeelding. Ik vraag jullie, beste politici en studenten, om niet ook in slaap te vallen, en het belang van de verbeelding in onze samenleving niet uit het oog te verliezen. De meest bekende exacte wetenschapper ooit, Albert Einstein, heeft het perfect verwoord: ‘Verbeelding is belangrijker dan kennis. Want kennis is begrensd tot al wat we weten en begrijpen, terwijl verbeelding de hele wereld omarmt, en al wat er ooit zal te weten en begrijpen zijn.’