Tussenstand in de recensies van Kwikzilver anderhalve week na verschijnen: 2 negatieve – 2 lovende. Opvallend is dat de negatieve door Vlamingen zijn geschreven, en de lovende door Nederlanders. In Nederland noemt men mijn boek ‘ontroerend zonder ooit sentimenteel te zijn’; in De Morgen spreekt Dirk Leyman over ‘pathos dat om de hoek loert’ en ‘mierzoet’. Hij sluit zijn stuk ook af met de vermaning die elke auteur kennelijk gratis van hem mee krijgt, en in mijn geval is dat dat ik me ‘meer moet distantiëren’ van mijn grootmoeder en familie.
Wel, dat zal ik dus nooit doen. ‘Distantiëren’ is zo’n typisch woord dat sommige recensenten graag gebruiken vanuit de veronderstelling dat grote/onversneden emoties nooit Grrrrrrote Literatuur kunnen opleveren. Daar trek ik me niets van aan. Ik hield zielsveel van mijn grootmoeder, en zo heb ik het ook op papier gezet. Ik krijg elke dag wel een mail van een lezer die me laat weten dat het boek hem/haar erg heeft ontroerd en hij/zij er zelfs moest bij huilen. Als je zulke emoties kan oproepen met een aaneenrijging van zinnen, dan kan je als schrijver alleen maar blij zijn.
Volgens Hugo Claus (in Envoi – naar het Engels hertaald en op muziek gezet door Bert Ostyn/Absynthe Minded) kan een recensent vooral snurken… :-) De roman/het gedicht is van “de” lezer, toch? Maar goed, dat je meest recente roman al zo vlug na verschijnen recensies (+ of – of plusminus) krijgt, is niet te versmaden. Nieuwswaarde. Elk nadeel heb z’n voordeel: wie in de literaire wereld wordt doodgezwegen, bestaat doorgaans niet.
Ach, die recensenten.
D’r was nog een Vlaamse schrijfster wier boek, over de vrouw van een moordenaar, daar (B) mis werd verstaan. Hier (N) bleek men lovend. Desalniettemin, hoe meer controverse, hoe de dikker de portemonaie van de schrijver. (als dat nou eens waar kon zijn)
Peter Prins
(Echt een supermooi en ontroerend boek. Ik ben er helemaal weg van! Een dikke proficiat!)