Deze column verscheen in Vacature Magazine van 8 juni. Het volledige magazine kunt u hier lezen.
Ze knijpt haar ogen tot spleetjes, waardoor het lijkt alsof ze diep gaat nadenken, maar het antwoord floept er meteen uit: “Juffrouw!” Ik heb mijn nichtje net gevraagd wat ze later worden wil, en hoewel Marjolein (6) lang van een eigen kapsalon droomde, is ze sinds haar intrede in het eerste leerjaar vastbesloten ooit voor een schoolbord te staan. Voor broer Tiele (5) is de toekomst minder zeker. Op mijn terugkerende vraag naar zijn droomjob passeerden deze keuzemogelijkheden al de revue: boombeklimmer, spinnenvanger, leeuwentemmer en boevenpakker.
Volgens een Britse enquête uit 2012, uitgevoerd bij 1.044 volwassenen door onderzoeksbureau Opinion Matters, oefent minder dan 15 procent van de werknemers de job uit waar hij tijdens zijn kindertijd van droomde. De overige 85 procent, bij wie het niet lukte, is daar vaak gefrustreerd over. Uiteraard is mijn neefje nog te jong om hem te vertellen dat hij met boombeklimmen geen geld zal kunnen verdienen, maar niettemin vrees ik soms de ontgoocheling die hij zal oplopen wanneer hij oud genoeg is om te beseffen dat sommige beroepen alleen in onze fantasie bestaan. Als ik echter Harvard-onderwijsspecialist Tony Wagner mag geloven, zal de verbeelding van mijn neefje op de toekomstige arbeidsmarkt een geweldige troef zijn. In zijn boek Creating Innovators: The Making of Young People Who Will Change the World (2012) stelt Wagner dat het vroeger voldoende was om een job te vinden, maar gezien het huidige tempo van veranderingen zullen jongeren veel vaker dan hun ouders een job moeten uitvinden. Tegenwoordig is kennis beschikbaar op elk toestel dat met het internet verbonden is. Wat je weet, is daarom minder belangrijk geworden dan wat je met die kennis kan aanvangen. Veel belangrijker dan academische kennis vindt Wagner het vermogen om te innoveren, kritisch na te denken, te communiceren en samen te werken met anderen. Er is volgens hem dringend nood aan een grondige onderwijshervorming die focust op ondernemen en motivatie. Vooral motivatie zal steeds belangrijker zal worden wanneer veel traditionele carrières verdwijnen.
Of hoe een expert uit Harvard mij kon geruststellen: ik maakte me wel eens zorgen over de tomeloze verbeelding van mijn neefje, maar omdat verbeelding en innovatie hand in hand gaan, wordt zijn fantasie dus later misschien een van zijn grootste troeven. Ik zal hem aanmoedigen om nog gemotiveerder dan vroeger in bomen te klimmen en zijn moeder de stuipen op het lijf te jagen met de spinnen die hij vangt en in zijn broekzak verstopt. En ik zal hem dit versje van Annie M.G. Schmidt aanleren, zodat hij het dromen nooit afleert:
En al de kleine haantjes dromen dat ze kunnen kraaien
en dat ze blauwe staarten hebben, net als papegaaien.
De kleine eendjes dromen van het kroos en van het water
en al de leeuweriken dromen zomaar, over later.
Aan alle laatstejaars van het voortgezet onderwijs (ASO, TSO, BSO) die nog een keuze moeten maken of nog willen veranderen: deze tekst kennen voor het eindexamen!