Dit weekend verscheen er een recensie van mijn nieuwe boek in de Nederlandse kwaliteitskrant Trouw.
Ik ben er een paar dagen later nog altijd dolgelukkig mee. (klik op de afbeelding om te vergroten)

Coronatijden: vreemde tijden voor iedereen, en dus ook voor wie van koers houdt. We kunnen geen koers kijken, maar wel lezen.
Op Twitter volg ik al een tijd Koen Lemmens (@uwdienstwillige; hij is er nu even niet actief), die naast jurist ook een groot koersliefhebber is. Hij stuurt me regelmatig zijn parels van stukken over koers, die ik hier graag publiceer.
Koen Lemmens (1976) studeerde rechten in Brussel en Firenze. Hij doceert publiekrecht en mensenrechten aan de KU Leuven, de VU Brussel en Global Campus of Human Rights (Venetië). Cooralsnog publiceerde hij vooral vakliteratuur.
Al sinds zijn kindertijd is hij gefascineerd door wielrennen, met name de culturele dimensie ervan boeit hem. De koers, dat is toch vooral het doorvertellen van de verhalen, obsessies en bezorgdheden van de vorige generaties.
Ik heb een man gekend die ontzettend rijk was. Doorgaans zegt men dan zo rijk als het water diep is, maar in zijn geval zou dat enkel gepast zijn indien Deme en Jan De Nul nog snel even een paar maanden zouden gaan baggeren. Zo rijk was hij, dat in zijn keuken een Oude Meester hing, een werk zoals er wereldwijd slechts enkele in privé-bezit waren. Om maar te zeggen, hier hadden we niet te maken met iemand die op de kleintjes moest letten. In sterrenrestaurants in Europa en erbuiten was hij kind aan huis. Als hij zou willen meermaals daags zelfs. “Maar weet gij”, zo vroeg hij mij eens “waar ge de beste mosselen eet?” Zijn ogen lichtten op van pure, culinaire voorpret. “Daar!”, en hij wees in de richting van het volkscafé waar zijn arbeiders ’s middags gingen schaften, “bij Lucien van d’Elfurenmis!”. “Friet in ossenvet gebakken, mosselen in een kastrol met veel selder en juin. Beter kan niet, echt niet. Als chefs het gerecht willen verbeteren, met nobelere ingrediënten, dan”, en hier onderbrak hij even om te kijken of zijn vrouw, die zich de beschetenheid van de betere klassen wel eigen gemaakt had, hem niet hoorde, “verkloten ze – ik mag dat toch zo zeggen he ? – het hele gerecht.” Dat zei dus een man die alleen al aan de amuse kon zeggen of hij bij Ducasse, Blanc of Troisgros zat.
Wat goed is, al is het dan simpel en volks, moet niet verbeterd worden. Hadden ze dat inzicht maar gehad bij de Ronde van Vlaanderen. Lees verder
Coronatijden: vreemde tijden voor iedereen, en dus ook voor wie van koers houdt. Gisteren zond Sporza de fijne docu ‘De Ronde 103’ uit en geregeld kunnen wielerfans op sporza.be stemmen welke klassieker van weleer ze nog eens heruitgezonden willen zien.
Op Twitter volg ik al een tijd Koen Lemmens (bio: zie onderaan dit stuk), die naast jurist ook een groot koersliefhebber is. Hij postte op Twitter een fijn stukje over de Driedaagse van de Panne, dat ik hier met zijn toestemming mag overnemen. Geniet ervan!
De Driedaagse van de Panne, een efficiëntie-oefening
Nog niet zo heel lang geleden, 20 à 25 jaar schat ik, werd wielrennen niet heel erg au sérieux genomen. Dat was lang voor politici, zakenlui en managers met meer tijd dan werk zich velocipedisch in de openbaarheid durfden vertonen. Koers, dat was toch eerder een zaak van mannen in rare kledij, met zo’n Ome Willem-petje op en een rare worstenhelm in de achterzak. Wielrennen dat was de affaire van mensen die Onze-Lieve-Heer de zaligheid voorspeld had. Lees verder
Omdat ik volop bezig ben met mijn nieuwe boek, dat gaat over de depressie waarmee ik anderhalf jaar lang worstelde, is er minder tijd om aandacht te besteden aan deze site.
Maar: er is beterschap in zicht!
Ik begin met het delen van mijn tweede column voor de nieuwe taalsite van de VRT, die u hier kunt lezen.
Naar aanleiding van het #klimaatdebat werd het een stukje over septisch en sKeptisch; de taalkundige capaciteiten van Herman De Croo; SKEPP en Jean-Marie Dedecker.
Deze column verscheen eergisteren op DeMorgen.be
Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: doef.
Er zijn woorden die niets aanrichten wanneer ze in je gehoorgang arriveren. Ze gaan, letterlijk haast, het ene oor in en het andere weer uit. Flesje. Water. Toetsenbord. Deadline. Column. Vrijdag.
Andere woorden nestelen zich in je gehoorgang om daar nog lang te blijven nazinderen. Ze klauteren richting je brein, waar ze een herinnering lospeuteren waarvan je niet eens wist dat je ze nog had. Lees verder
Vier jaar geleden schreef ik voor De Morgen deze column, tijdens het WK van 2014. Tijd om ‘m nog eens boven te halen, want nog altijd grote fan van Jan Mulder, die ons voor dit WK zijn analyses brengt in Villa Sporza, met Karl Vannieuwkerke.
Wezelwoorden! Sinds ik de term vorige week lanceerde in een column voor deze krant, is hij aan een steile opmars bezig. Gisteren mocht ik op Radio 1 het wollige taalgebruik van politici toelichten, maar zij zijn natuurlijk niet de enigen die met uitspraken als “het is niet onaannemelijk” zelfs de meest banale bewering een aura van diepzinnigheid pogen te geven. Zijn wezelwoorden, zo vroeg Jan Hautekiet me, ook niet alomtegenwoordig in de voetbalanalyses die we voor en na elke WK-wedstrijd op ons bord krijgen? Lees verder
Deze column verscheen afgelopen vrijdag op DeMorgen.be
Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week, per hoge uitzondering, een eigennaam: Hautekiet!
Welk woord had ik vandaag anders tot #WoordVanDeWeek kunnen uitroepen dan eentje dat tegelijk een eigennaam is? Wie anders komt nog meer lof toe dan hem de voorbije weken al werd toegewuifd? Van wie nemen we precies vandaag met droefenis afscheid maar hopen we stiekem dat hij zijn microfoon zodanig zal missen dat zijn stemgeluid spoedig weer in de ether zal weerklinken? Natuurlijk, absoluut, en driewerf ja: Hautekiet Jan! Lees verder
Deze column verscheen gisteren op DeMorgen.be
Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: Facebuk.
Is Mark Zuckerberg echt? Zijn mimiek en gedragingen, houterig en deels onwerelds, lijken die van een wassen pop. Als Steve Jobs en Bill Gates de topnerds van de digitale revolutie zijn, dan is Mark Zuckerberg – om Kamagurka ten tijde van ‘Wally in Space’ te parafraseren – die ‘andere Oïde’: een geboetseerde versie van een reëel persoon. Een namaakmens. Lees verder
Deze column verscheen gisteren op DeMorgen.be
Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: moeder.
Eind april las ik een tweet van de Nederlandse schrijfster Connie Palmen over de dood van haar moeder. Ze schreef: ‘Afgelopen donderdag hebben we onze moeder begraven, de enige, de liefste.’
De woorden ‘de enige, de liefste’ troffen me. Is dat niet kernachtig verwoord wat onze moeder voor ons allen is: de enige, de liefste? Lees verder
Deze column verscheen gisteren op DeMorgen.be
Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: schlemiel.
Wie de voorbije week de naam Aron Berger niet heeft gehoord, heeft onder een steen geleefd. Kris Peeters vond het best wel koosjer om een orthodoxe jood op de lijst voor de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen te zetten, maar als een toffe gozer is Peeters niet uit het verhaal naar voren gekomen: enig onderzoek naar de achtergrond van Berger werd er kennelijk amper gedaan, en dus moest de man die intussen bekend staat als ‘de-jood-die-vrouwen-geen-hand-wil-geven’ zijn kandidatuur intrekken. Pijnlijk voor de CD&V; pijnlijk voor Aron Berger zelf, maar wat mij betreft vooral pijnlijk voor de joodse gemeenschap in Antwerpen, want alweer is er een negatieve perceptie over ‘de joden’ ontstaan, terwijl het hier om slechts één individu gaat dat de gelijkheid van man en vrouw niet bepaald hoog in het vaandel draagt, en terwijl we niet mogen vergeten wat een belangrijke bijdrage de joden vroeger en nu aan de groei en bloei van de stad Antwerpen hebben geleverd. Lees verder